Invulschema lichaamsmaten

Weten welke maat u hebt is essentieel, omdat een goede of slechte pasvorm uw totale look bepaalt.

Wat algemene tips voor het opmeten van uw lichaamsmat

• Gebruik een flexibel meetlint, één van plastic die tot 150 cm gaat is prima.

• Meet uzelf in uw ondergoed of in een laagje strak zittende kleding.

• Vraag eventueel of iemand u helpt bij het opmeten. Zo kunt u zelf ontspannen staan.

• Trek het meetlint niet te strak aan maar laat het uw lichaamsdeel losjes omsluiten.

• Noteer uw maten, zodat u ze altijd bij de hand hebt.

Het opmeten van de meest voorkomende lichaamsdelen

• Taille (T)

Meet uw taille op de smalste plaats. Dit zit

een stukje boven uw navel. Het is handig om

een stuk elastiek rond uw middel te binden

en even heen en weer te wiebelen. De plaats

waar het elastiek blijft zitten is het smalste

stuk, dus uw taille.

Let op: Als u wat gewicht rond uw taille hebt

verzameld is de juiste plaats van uw taille

soms moeilijker te vinden. Meet de taillemaat

dan op de plaats tussen uw onderste rib en de

bovenkant van uw heupbot.

• Heup (H)

Meet rond uw billen op het breedste punt.

Maten die u soms ook nodig hebt

• Hoge heup (HH)

Dit is de plaats waar de tailleband van een broek of rok meestal zit.

• Binnenbeen lengte (BB)

Meet vanaf uw kruis tot op de grond. U kunt ook op het uiteinde van het meetlint gaan staan

en dan meten tot aan uw kruis, dan hoeft u niet te bukken. Kijk dan wel bij welke cm u bent begonnen onder je voet.

Tip

• Bent u aangekomen of afgevallen, vergeet dan

niet om uw maten even opnieuw op te meten.